Op een boogscheut van België, in Noord-Frankrijk, strekt zich een adembenemend natuurgebied van wel 70 km² groot uit. We hebben het over de Baai van de Somme, een weids estuarium aan de monding van de gelijknamige rivier. Bovendien rijdt er een antieke stoomtrein omheen, die onderweg stopt in idyllische kustdorpen als Le Crotoy, Noyelles-sur-Mer, Saint-Valéry-sur-Somme en Cayeux-sur-Mer. Wij namen de ‘proef op de Somme’ – badum tss – en gingen dan ook even stoom afblazen aan de Baai van de Somme.
Per stoomtrein rond de Baai van de Somme: 5 dromerige dorpen om in- en uit te stappen
De Baai van de Somme kan je het best omschrijven als een platgestreken landschap vol glooiende zandbanken en zilte weilanden. Het krekengebied danst constant mee op het pulserende ritme van de zee. Nu eens stuwt de getijdenwerking het zeewater tot diep in de talrijke slikken en schorren, dan weer wordt het water onherroepelijk naar zee geëvacueerd en blijft er in de baai enkel nog een woestijn van drooggevallen zandplaten en drassige kreken over.
Amper twee kilometer, meet de afstand tussen Le Crotoy en Saint-Valéry-sur-Somme in vogelvlucht. Toch moet je helemaal om de baai heen om van het ene dorpje in het andere te komen. Gelukkig zijn er de antieke stoomtreinen van de ‘Spoorweg van de Baai van de Somme’ – ‘Chemin de Fer de la Baie de Somme’ in het Frans. De rit kost je dan misschien wel een slordig uur sporen, je vertoeft er – of moet ik ‘vertuft’ zeggen – wel op de eerste rij om de Baai van de Somme in al haar schoonheid te bewonderen. Slow travel op z’n best!


1. Mosselen eten in Le Crotoy
Vooraleer we aan boord van de nostalgische trein kruipen, maken we eerst nog even een rondje in het compacte centrum van Le Crotoy. Het leven speelt er zich voornamelijk af rond de Place Jeanne d’Arc. Een plechtstatig standbeeld van de Franse heldin, die het plein haar naam gaf, mag er uiteraard niet ontbreken. Terwijl ze de beeldige Baai van de Somme de rug toekeert – geheel onterecht trouwens – houdt ze met haar bronzen ogen aandachtig de zomerse terrassen aan de overkant van de straat in de gaten. Wij laten ons niet intimideren en schuiven voor de lunch de knieën onder tafel bij Le P’Tit Ridin. Op het menu: een dampende pot mosselen waar zelfs de Zeeuws-Vlamingen jaloers op zouden zijn. En dat voor nog geen 10 Euro per persoon!
Na de lunch trekken we naar het fraaie zandstrand van Le Crotoy. De idyllische strandcabines en de knusse vakantiehuisjes in belle-époquestijl vormen er het charmante decor van het strand. Inmiddels kondigt het wegebbende water in de baai het laagtij aan, waardoor het strand alsmaar aan omvang wint. Precies of iemand heeft ergens de stop eruit getrokken. Met rubberen laarzen aan de voeten wagen enkele pêcheurs à pied zich schoorvoetend in het slib, speurend naar zeekraal en couteaux. Smakelijke schatten die de zee tijdens haar terugtrekking op het drooggevallen strand heeft gedumpt. Wij daarentegen mogen echter niet te lang meer blijven aanmodderen in Le Crotoy. Tijd om de stoomtrein te halen, want die wacht helaas niet. Saint-Valéry lonkt, daar aan de overkant van de baai. Zo dichtbij en toch zo veraf.




2. Weg zijn wij!
Als een slak uit z’n schulp kruipt de sissende stoomlocomotief de kleine locomotiefloods uit. De kleurrijk beschilderde watertoren uit 1937 werpt intussen z’n schaduw over het ouderwetse station van Le Crotoy, dat één en al spoorwegnostalgie ademt. De bemanning van de locomotief bunkert nog een laatste lading water en kolen voor onderweg, alvorens de vooroorlogse machine zich tegen de rijtuigen aanschurkt. Al een geluk dat we nog een plaatsje in één van de antieke wagons met houten banken weten te scoren, want de trein zit afgeladen vol vandaag. Stipt op tijd fluit de treinbegeleider het vertrek af, waarna de stoomtrein zich met het nodige gekreun in beweging stampt. Weg zijn wij!



3. Keren van kant in Noyelles-sur-Mer
Het eerste deel van de rit voert ons aan een stevig slakkentempo doorheen het rurale hinterland. De spoorlijn slingert zich een weg achter de metershoge dijken, die het achterliggende land bij storm en springtij tegen het ruige zeewater moeten beschermen. Een twintigtal minuten later denderen we het station van Noyelles-sur-Mer binnen. Hoewel de naam iets anders doet vermoeden, bevinden we ons nu net het verst weg van de zee, helemaal aan het oostelijke uiteinde van de Baai van de Somme. Veel valt er in Noyelles-sur-Mer overigens niet te beleven, dus blijven we gewoon zitten. Dit is wel het enige station waar je kan overstappen tussen de stoomtreinen van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’ en de ‘grote’ treinen van de SNCF, of omgekeerd.
In Noyelles wachten we geduldig op de tegenliggende stoomtrein uit Saint-Valéry. Al van bij ons vertrek in Le Crotoy weten we hem te traceren, dankzij z’n metershoge stoompluim die hij hoog boven de einder uitbraakt. De treinen kunnen het station van Noyelles-sur-Mer trouwens maar langs één zijde in- en uitrijden. Aan de andere kant loopt het spoor onherroepelijk dood. De stoomlocomotieven van beide treinen rukken zich dus elk van hun trein los en spurten beurtelings naar het andere uiteinde van hun konvooi.
Na de nodige manoeuvres stampt onze trein zich opnieuw in beweging, maar nu dus in de tegenovergestelde richting. Op naar Saint-Valéry-sur-Somme! Op het spoor naast ons vertrekt simultaan ook de andere trein weer, die naar Le Crotoy. Beide stoomlocomotieven halen alle registers uit de kast en bekampen elkaar met een korte maar krachtige nek-aan-nekrace. Jolijt alom bij de passagiers. Iedereen geniet met volle teugen van het stomende spektakel. Enthousiast zwaaien we naar de reizigers in de andere wagons, tot beide treinen na ruim een kilometer buiten het station elk hun eigen weg inslaan.
4. Kronkelende kreken en eenzame meertjes
Waar we daarnet nog mooi achter de dijken spoorden, tuffen we er nu recht bovenop. Zachtjes wiegen we heen en weer over het quasi kaarsrechte spoor dat hoog boven de baai uitsteekt. Doorheen het open treinraampje werpen we een kwijlende blik over de eindeloze graslanden in de baai, zover het oog reiken kan. Precies of we bevinden ons aan het einde van de wereld. Hier en daar doorbreekt een kronkelende kreek of een eenzaam meertje het voorts eentonige landschap, waardoor het uitzicht vanuit de trein eigenlijk nooit gaat vervelen.
Vlak voor onze blijde intrede in Saint-Valéry steekt de trein dan eindelijk de legendarische Somme over, de rivier die ook de baai z’n naam gaf. Het sas waar we overheen kachelen, vormt de allerlaatste hindernis voor het rivierwater. Vanaf hier meandert de Somme zich zonder ook maar iets van obstakels verder een weg naar zee, dwars door de baai heen.
Niet veel later tuft de trein dan met koninklijke egards het stadje Saint-Valéry-sur-Somme binnen. Het eindstation troont op de bedrijvige kades van Saint-Valéry-Port. Er heerst een drukte van jewelste bij aankomst van de trein. Een stoet reizigers stapt er meteen over op een nevenliggend schip voor een ontspannen cruise doorheen de baai. Wij daarentegen houden de boot af en laten ons verrassen door het charmante centrum van Saint-Valéry.



5. Saint-Valéry-sur-Somme: de middeleeuwse stad in de baai
Saint-Valéry-sur-Somme strekt zich lenig uit langsheen de linkeroever van de Somme, aan de zuidkant van de baai. De Quai Blavet en de Quai Jeanne d’Arc – jawel, zij weer – vormen er in elkaars verlengde een pracht van een promenade langsheen de rivier. Ze reikt helemaal tot aan het strand van Saint-Valéry, anderhalve kilometer verderop. Aan onze linkerkant een rij huizen in belle-époquestijl, aan de rechterkant de serene Somme, met in z’n drassige oevers enkele gestrande visserssloepen die geduldig de nakende vloed afwachten.
Saint-Valéry bestaat eigenlijk uit twee delen. Enerzijds heb je er de Quartier Maritime, met de Place des Pilotes als epicentrum. Ook het station en de haven van Saint-Valéry liggen in deze quartier. De Rue de la Ferté herbergt er een arsenaal aan leuke winkeltjes en smakelijke restaurants. Sla hier zeker ook eens één van de zijstraten in! De Rue des Moulins bijvoorbeeld vormt een feeërieke scène van fleurige gevels, aan weerskanten van deze oogstrelende straat.
Anderzijds heb je dan de Cité Médiévale, het middeleeuwse hart van Saint-Valéry. Deze wijk wist de tand des tijds alleszins goed te doorstaan. We sluipen de cité binnen doorheen de historische Porte de Nevers. De pittoreske kasseistraten, de ouderwetse huizen en de gotische Eglise Saint-Martin die voorbij de poort verschijnen, doen dit kleine stadsdeel een best wel authentieke charme uitstralen. Aan de andere kant van de Cité Médiévale botsen we op de Porte Jeanne d’Arc. Waarom nu precies zoveel zaken hier naar deze Franse martelares vernoemd zijn? Wel, Jeanne d’Arc heeft nog een tijdje gevangen gezeten in Saint-Valéry, zo komen we aan de poort te weten. In het jaar 1431, moet dat geweest zijn. Dat verklaart meteen alles.
De bejaarde poort levert ons trouwens niet alleen een lesje in geschiedenis op, maar trakteert ons eveneens op een adembenemend panorama over de Baai van de Somme. Beneden schuilt het goudgele zandstrand van Saint-Valéry. Erachter de sierlijke Somme en nog eens daarachter het immense gebied van slikken en schorren, waar wel duizenden vogels zich als spelende kinderen uitleven. En net wanneer de zon even vanachter een wattenwitte wolk komt piepen, licht nu ook de skyline van Le Crotoy op, daar aan de overkant. Zo dichtbij, en toch ook weer zo veraf.





6. Cayeux-sur-Mer en z’n bont beschilderde strandhuisjes
Vanuit Saint-Valéry takt er ook nog een zijspoor van de ‘Chemin de fer de la Baie de Somme’ af, naar Cayeux-sur-Mer. Er rijden op dit traject weliswaar een pak minder treinen dan op de andere delen van het netwerk. Bovendien worden haast alle treinen er door een diesellocomotief gesleept. Ze vertrekken ook niet vanuit het station van Saint-Valéry-Port, maar uit dat van Saint-Valéry-Ville, enkele honderden meters verderop. Vanaf het station van Cayeux-sur-Mer is het nog een tiental minuten wandelen tot aan de zeedijk van dit kustdorpje.
Cayeux-sur-Mer bevindt zich eigenlijk niet in de Baai van de Somme, maar aan de kust van Het Kanaal. Deze keer klopt de toevoeging ‘mer’ in de plaatsnaam dus wél. Intussen is het weer spijtig genoeg wat omgeslagen. Grafzerkgrijze wolkenpartijen drijven dreigend van over zee het Franse luchtruim binnen en hullen Cayeux in een ietwat apocalyptisch sfeertje. Op het quasi verlaten keienstrand van Cayeux beuken de tuimelende golven intussen woest op de kust in, terwijl de huilende wind wild tekeer gaat en de rode vlag van de werkloze reddersport nog wat extra aanspant. De zomer is ver zoek in Cayeux, ook al schrijven we augustus.
Maar genoeg over het weer nu. Deze badplaats is vooral befaamd voor z’n bont beschilderde strandcabines. Ze zorgen tenminste voor nog iets van kleur in dit voorts grauwe weerbeeld. De cabines hebben bovendien tot de verbeelding sprekende namen, zoals ‘Les Petits Monstres’, ‘Qui Vive’ of ‘Les Filles du Bord de Mer’. Andere dragen dan weer de naam van een Franse stad. Met ‘Saint-Tropez’ bijvoorbeeld wanen we ons toch even in iets tropischere sferen. Het zou ons overigens niet verwonderen, mocht er ergens op het strand van Cayeux ook een cabine te bespeuren zijn met de naam ‘Jeanne d’Arc’.


7. Zeehonden spotten in Le Hourdel
De laatste plek die we aandoen, is Le Hourdel. Hier laat de Somme de gelijknamige baai definitief achter zich en kiest er vastberaden voor het ruime sop van Het Kanaal. Toegegeven: we spelen wel wat vals en rijden er met de auto heen. De stoomtrein van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’ komt er namelijk niet. Vanuit Saint-Valéry varen er af en toe wel boten heen, maar niet op de dag van ons bezoek.
In de leeggelopen havengeul van Le Hourdel liggen enkele vissersschuiten scheef tegen de kaai onderuit gezakt als een stel zatte matrozen aan de toog van een bruine havenkroeg, smachtend naar een slok water. Gelukkig voor hen is het tij opnieuw aan het keren. Het wassende water zal binnen de kortste keren de baai en de havengeul opnieuw met huid en haar verslinden en de boten snel terug van het droge tillen. Enkele panelen langsheen de oever waarschuwen hoe gevaarlijk snel dit proces trouwens gaat. Trek dus bij laagtij nooit zonder begeleiding de baai in, want voor je het weet word je omsingeld door de oprukkende vloed.
De Pointe du Hourdel – de smalle landtong waar dit minuscule vissersgehucht op ligt – kust er innig de monding van de Somme. Vanaf de ranke vuurtoren van Le Hourdel zien we intussen heel wat volk op het strand samentroepen. Nieuwsgierig als we zijn, huppelen ook wij erheen. Het is even turen naar de horizon, maar dan ontdekken we in de verte ineens een hoop grijze stippen. Jawel, het gaat om een kolonie luierende zeehonden. Ze liggen lekker te genieten van het zeldzame streepje zonlicht, op één van de golvende zandbanken in zee. Spijtig genoeg kunnen we het hartverwarmende tafereel enkel met het blote oog gadeslaan. Verdorie toch, een verrekijker was handig geweest! Maar ah, we laten het niet aan ons hart komen. We werpen nog een laatste blik over de zee en de baai, terwijl de huilende wind wild onze haren streelt. Goodbye, o mooie Baai van de Somme!





Voor jouw reisplanning
1. Erheen
De Baai van de Somme bevindt zich in het noorden van Frankrijk, ongeveer halfweg langs de kust tussen Calais en Le Havre. De stad Abbeville ligt vlakbij.
Met de trein reis je tot het station van Noyelles-sur-Mer, waar je kan overstappen op de stoomtreinen van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’. De snelste reistijd vanuit Brussel bedraagt minstens 3,5 uur. Vanuit België dien je meestal tweemaal over te stappen: een keer in Rijsel en een keer in Amiens of Boulogne-sur-Mer. Opgelet! In Rijsel kan het gebeuren dat je van station dient te wisselen (tussen Lille-Europe en Lille-Flandres). Beide stations liggen wel op wandelafstand van elkaar. Soms kan het met de trein ook even snel en met een overstap minder via Parijs. In Parijs hoef je normaal gezien niet van station te wisselen. Check de website sncf-connect.com voor tickets en dienstregelingen.
Kom je toch met de auto? Vanuit Brussel is het in dat geval eveneens zo’n 3,5 uur rijden, via Rijsel. Vanuit Brugge rijd je erheen in ongeveer 2,5 uur, via Calais. Parkeren rond de Baai van de Somme kan soms al eens een uitdaging vormen, zeker in het zomerseizoen. Je moet meestal ook betalen voor de parking. Tip: parkeer je wagen gratis aan het station van Le Crotoy en neem van hieruit de stoomtrein. Kom wel op tijd (minsten een uur voor het vertrek van de eerste trein), want de parking loopt snel vol. Heb je nog wat tijd over? Wandel dan even over en weer naar het knusse centrum van Le Crotoy, zo’n tien minuutjes verderop.
2. Stoomtrein van de Baai van de Somme: praktische info
De museumtreinen van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’ rijden gedurende een groot deel van het jaar, behalve ’s winters. Van april tot en met september is er zelfs dagelijks bedrijf. Het gaat dan om zo’n twee tot vier heen- en terugritten per dag tussen Le Crotoy en Saint-Valéry-sur-Somme, via Noyelles-sur-Mer. Opgelet! De treinen rijden niet altijd met een stoomlocomotief. Soms trekt een diesellocomotief al eens de trein. Op de zijtak naar Cayeux-sur-Mer rijden er beduidend minder treinen en ook op een minder aantal dagen tijdens het jaar.
Tickets kan je zowel online kopen als in de stations van Le Crotoy, Saint-Valéry-Ville, Saint-Valéry-Port en Cayeux-sur-Mer. Tip: met een treinticket van de SNCF geniet je van 25% korting op je treinticket voor de stoomtrein van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’. Wees er wel ruim op voorhand bij (bij voorkeur ten laatste daags voordien), want de treinkaartjes vliegen soms de deur uit.
Raadpleeg de website van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’ voor tickets, dienstregelingen en openingsuren van de stations: chemindefer-baiedesomme.fr
Tip!
Je kan de Baai van de Somme eveneens per boot ontdekken. Vanuit Saint-Valéry-sur-Somme zijn er van februari tot en met november quasi dagelijks verscheidene afvaarten richting Le Cap Hornu en Le Hourdel. Er bestaan ook enkele interessante arrangementen, waarbij je de boot en de stoomtrein met elkaar combineert en je de Baai van de Somme dus in een lus kan verkennen. Meer info: bateau-baie-somme.com en op de website van ‘Le Chemin de Fer de la Baie de Somme’ voor de arrangementen.
3. Waar overnachten aan de Baai van de Somme?
Le Crotoy en Saint-Valéry-sur-Somme herbergen tal van leuke mogelijkheden om te overnachten.
Overzichtskaart
Onmiddellijke aansluiting
Met European Sleeper op stedentrip naar Praag: 12 niet te missen hoogtepunten
9 tips om stress bij treinvertragingen te vermijden
6x met de trein de grens over tussen België en Nederland: alle mogelijkheden op een rij + tips voor tickets
Disclaimer: Dit artikel maakt gebruik van affiliate links. Doe je via deze weg een aankoop, dan steun je daarmee onze website, zonder dat het jou iets extra kost. Op die manier kunnen wij je gratis blijven inspireren met en informeren over de mooiste treintrips.